Er is volop aandacht voor wat er allemaal wordt gezegd (of getweet), maar wat heeft het kabinet eigenlijk die eerste honderd dagen zitten doen? Over tandenknarsende compromissen, superdegelijke wetsvoorstellen en een grote politieke olifant in de (Tweede) kamer, genaamd schaarste.
Het kabinet Balkenende IV (2007-2010) deed de eerste honderd dagen een tour door Nederland om met burgers te praten, om vervolgens met een ‘beleidsprogramma’ te komen. Het kabinet Rutte I praatte de eerste honderd dagen vooral zelf door allerlei persberichten en plannetjes in de media te droppen. Soms vraagt de Tweede Kamer om verantwoording: zo riep PvdA-kamerlid Lodewijk Asscher het kabinet Rutte III in 2018 na de eerste honderd dagen op het matje, en vroeg in 2022 destijds CDA-kamerlid Pieter Omtzigt om een kabinetsbrief na de eerste honderd dagen Rutte IV.
Nu zijn we bij de eerste 100 dagen van het kabinet Schoof.
In de media werd het kabinet vooral gerecenseerd aan de hand van relletjes, of beter gezegd: de media bespraken wat er in de media werd gezegd over het zoveelste tweetje van Wilders (geen kabinetslid) waarover de media zelf verontwaardigd met draaiende camera’s aan de patatbalie stonden. Er wordt dus heel veel zuurstof verspild aan wat er allemaal wordt gezegd, veel minder aandacht is er voor wat ze daar eigenlijk daar doén, in Den Haag.
Wheelen and dealen in het kabinet
Elk nieuw kabinet begint met terugdraaien van maatregelen van het vorige kabinet waar ze mordicus tegen waren. Schoon schip. Zo werd er een dikke streep gezet door het provinciale programma voor natuurherstel en aanpak stikstofproblematiek (het Nationaal Programma Landelijk Gebied) en rekeningrijden. Opvallend is wel dat bij zaken die geschrapt worden, zoals het provinciale programma, er niet direct iets nieuws tegenover staat. ChristenUnie-kamerlid Pieter Grinwis doopte deze praktijk om tot ‘pyromaanpolitiek’.
Sommige zaken worden knarsetandend teruggedraaid omdat een coalitiepartner (zoals de PVV op migratie) tevreden moet worden houden. Zo ligt deze partij al enige tijd onder vuur wegens het ontbreken van concrete maatregelen omtrent asiel, en de maatregelen die ze aankondigen blijken staatsrechtelijk helemaal niet te kunnen. Op moment van schrijven is er het zoveelste relletje vanuit het kip-zonder-kop-kabinet: minister Marjolein Faber (Asiel, PVV) claimde eerst dat haar asielnoodwet ‘af is’, maar nam dit een uur later weer terug. De coalitiepartijen wisten van niets: ‘U moet het de minister maar vragen’.
Gelukkig lag daar een mooi (in termen van aantallen migranten en kosten) klein bier-dossier waarop voortvarendheid kan worden geveinsd: het (niet) ophalen van de Afghanen die voor Nederlandse militairen hebben gewerkt en hun leven onder de Taliban niet zeker zijn. Het nieuwe kabinet besloot de deur dicht te gooien voor deze groep van ongeveer tweehonderd Afghanen, en dit bericht werd naar buiten gebracht middels een kabinetsbrief die was ondertekend door bewindspersonen van NSC, VVD en PVV. Het zou immers mogelijk om duizenden mensen gaan (4500 in totaal), en 30 miljoen euro gaat kosten.
Ironisch genoeg was deze week ook in The Guardian te lezen dat de Britten besloten oud-commando’s uit Afghanistan met wie ze hebben samengewerkt alsnog een visum te verstrekken. Een deel zit momenteel ondergedoken, en zeker zes oud-commando’s zijn door de Taliban vermoord wegens hun samenwerking met de Britten. Een risico waar ook het hoofd van de Afghaanse bewaking voor Nederland, Nesar Naeemi, voor waarschuwde in de Tweede Kamer: ‘Het is wel bekend wie via ons heeft gewerkt’. Nog zuurder: de vrouwelijke Afghaanse militairen waar Westerse landen graag mee dweepten (als graadmeter voor de politieke vruchten van hun interventie) zijn helemaal het haasje. Hun biometrische gegevens waren geregistreerd bij de vorige overheid en zijn nu in handen van de Taliban. Zij zijn eveneens ondergedoken. Voormalig militair én vrouw zijn is in Afghanistan immers adding insult to injury.
Hoewel sinds het rampzalige vertrek van Amerikaanse troepen en hun bondgenoten (waaronder Nederland) al snel duidelijk werd dat met die Taliban toch niet zo goed valt te praten, is volgens de bewindspersonen op Buitenlandse Zaken (NSC), Defensie (VVD) en Asiel & Migratie (PVV) evengoed ‘lastig vast te stellen wat het gevaar is dat de voormalige bewakers op dit moment nog lopen onder het huidige Taliban-regime’. En sowieso: ‘Ze waren niet in dienst van de Nederlandse overheid, maar extern ingehuurd via een beveiligingsbedrijf’. De PVV-vinger afdrukken zijn duidelijk zichtbaar.
NSC en VVD op wetgevingscorvee
Kijkend naar de concrete wetsvoorstellen zijn het juist weer andere partijen die de kar trekken. In de eerste 100 dagen waren het er in totaal 17, met 22 handtekeningen. Zo zijn er voor de nieuwe Belastingwet 2025 niet alleen die van de VVD (Financiën) nodig maar ook twee keer van NSC (Economische Zaken en Douane & Toeslagen).
Het aandeel VVD- en NSC-handtekeningen valt op (samen 77%, waarvan NSC 59% voor haar rekening neemt), al is dit te verklaren door de ministeries die ze hebben: financiën, toeslagen en economische zaken. De Algemene Rekenkamer wees er tien jaar geleden al op dat slechts drie ministeries beleidsverantwoordelijk zijn voor ongeveer driekwart van de lopende fiscale regelingen: Economische Zaken, Infrastructuur en Milieu en Financiën (destijds kwam het neer op 88% van de totale belastinguitgaven). Een andere verklaring waarom juist vanuit deze departementen zoveel wetgeving komt, heeft ook te maken dat Nederland haar wetgeving (zoals tolheffing en groene obligaties) in lijn moet brengen met Europese wetgeving.
Interessant is wel dat toen het kabinet eind augustus op knappen stond, dit kwam door onenigheid tussen de fiscale wetsschrijvers van VVD en NSC. Zo wilde de VVD dat werkenden er meer op vooruit zouden gaan dan mensen met een uitkering, maar NSC juist werklozen en gepensioneerden wilde ontzien.
De wetgeving verraadt weinig spannends. Implementeren van Europese regels. Versterking van handhaving en toezicht. Het stimuleren van duurzaamheid. Toch zijn er ook hier en daar partijpolitieke vingerafdrukken te zien. De nadruk op de uitvoerbaarheid van wetgeving (vanuit Sociale Zaken) zijn duidelijk NSC-vingerafdrukken te zien door zich te richten op alleenverdieners, maar ook bestrijding van kinderarmoede. Tussen de Belastingplannen voor 2025 zien we een VVD-tintje: tariefsverhogingen in box 2 worden verlaagd van 33% naar 31%, wat goed nieuws is voor mensen die een belang hebben in een BV (zoals DGA’s).
BBB-frontvrouw Caroline van der Plas liet al weten ‘op te stappen’ als er ‘gedwongen krimp van de veestapel komt’. Iets wat niet expliciet in het nieuwe wetsvoorstel vanuit het BBBemande Landbouwministerie staat, maar waar een krimpende veestapel wel een uiteindelijke consequentie zal zijn. De BBB-bewindspersonen (en eigenlijk de partij als geheel) zitten wettelijk gezien in een interessante spagaat tussen woningmarkt en boerenbelangen, die ze beiden vertegenwoordigen vanuit de respectievelijke ministeries.
Zo kunnen agrarische bedrijven minder waard worden als er bij overdracht ‘productierechten worden afgeroomd’. Dat is een duur woord voor een typisch Nederlands en onnavolgbaar ingewikkeld instrument om de hoeveelheid mest te beperken: bij bedrijfsoverdracht kunnen fosfaatrechten, varkensrechten en pluimveerechten worden afgeroomd. Deze rechten komen dan te vervallen en mogen niet meer gebruikt worden. In de praktijk zorgt dit voor een productiebeperking. Enerzijds kunnen hierdoor agrarische bedrijven gedwongen worden om te stoppen, anderzijds komt hierdoor wel een bijbehorende woning op de markt (waarmee het woonaanbod weer wordt vergroot). Welke kant de knop van woningnood of agrarische krapte ook wordt opgedraaid: de partij zal haar achterban ten dele teleur moeten stellen.
De olifant in de kamer: schaarste
Het koorddansen van BBB is eigenlijk kenmerkend voor het hele kabinet. De Raad van State waarschuwde in haar advies bij het regeerakkoord dat het door schaarste het kabinet zal ontbreken aan ‘doenvermogen’. Oftewel: het kabinet kan wel van alles willen, maar is beperkt in haar bewegingsruimte. Niet alleen door eerder gemaakte afspraken in de Europese Unie, er zijn ook nog andere beperkende factoren. Er is in Nederland een schaarste aan kapitaal, personeel, ruimte, budget, natuur en gezonde leefomgeving: ‘keuzes en prioritering zijn noodzakelijk’, waarschuwen de statenleden.
De nieuwe bewindspersonen lijken nog moeite te hebben om hun eigen ‘doenvermogen’ op waarde te schatten, en dan niet alleen met betrekking tot het staatsrecht. Het nieuwe kabinet lijkt zich moeilijk te verhouden tot hun ambtenaren. Sommige bewindspersonen werden in de eerste weken op schoolreisje gestuurd. Zo vulden de social media posts van de nieuwbakken minister van Zorg, Fleur Agema (PVV) en staatssecretaris van Defensie, Gijs Tuinman (BBB) zich met een continue stroom aan werkbezoeken. Agema was als PVV-kamerlid sinds 2006 woordvoerder zorg en Tuinman was voor zijn periode als kamerlid zelf werkzaam bij Defensie. Juist degenen die in hun periode als kamerlid specialist waren op het ministerie dat ze nu bestieren, hadden blijkbaar introweken nodig.
Andere bewindspersonen lijken juist helemaal geen boodschap te hebben aan hun ambtenaren. Zo veegde de minister Faber het advies van ambtenaren over de juridische onmogelijkheden van haar beleid weg met een ‘ambtenaren adviseren, wij besturen’. Nu kan een minister wel een advies naast zich neerleggen, maar niet een juridische blokkade. ‘Oost-Indisch doof’, noemde hoogleraar staats- en bestuursrecht Wim Voermans deze stuurse houding. Teken aan de wand was ook de brief aan de Europese Commissie waarin Faber aankondigde dat Nederland streeft naar een ‘opt-out’ op het Europese asiel- en migratiebeleid. Ze stuurde deze aankondiging namelijk naar het verkeerde Brusselse loket. Een uitzondering moet besloten worden in de Raad, waar de 27 lidstaten hier unaniem voor moeten stemmen. De vraag is hoe lang de PVV kan volhouden dat ze dingen gaan regelen die niet waar te maken zijn. Of zoals Faber het verwoordde in de Tweede Kamer: “Ik stop niet met mijn symboolpolitiek, want het is geen symboolpolitiek.”
Ranking of the Kiezerszorgen
Waar de PVV zich lijkt te verliezen in spierballenpolitiek en NSC probeert vol te houden dat ze heus wel van de rechtstaat zijn, stapt de VVD - die sinds de zomer al druk richting de pers lekt over de staat van de financiën - nu al stap voor stap achteruit in de hoop niet geraakt te worden door de scherven zodra de coalitie uit elkaar spat. Het dreigement van Caroline van der Plas om als BBB-gezicht op te stappen past hier bij. Een aanzienlijk deel van deze ‘samen voor ons eigen’-coalitie is mentaal al eigenlijk al bij de volgende verkiezing.
Hoewel sommige duiders wezen op de populariteit van het kabinet, zegt dit nog niet zo veel. Elke nieuwe regering ziet vlak na haar aantreden een piek in de populariteit, onder politicologen bekend als ‘wittebroodsweken’. Uit de meest recente peiling van IPSOS I&O bleek dat met name de stroeve samenwerking, het onderlinge wantrouwen en het gebekvecht zorgen voor een lagere tevredenheid onder kiezers. Frans Timmermans (Pvda/GL) opende als oppositieleider de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) en concentreerde zich op economische thema’s en ongelijkheid. Premier Schoof ziet daarentegen een “glasheldere opdracht”. En dat is luisteren naar de zorgen van de kiezers: “En de grootste van die zorgen zijn asiel en migratie”.
Dit is waar de Tweede Kamer als geheel - zowel oppositie als coalitie - zichzelf in de wielen rijdt. De Algemene Politieke Beschouwingen leken vooral getouwtrek om de vraag of van alle zorgen die kiezers hebben, migratie nou de belangrijkste is of niet. Zelfs onderzoekers lijken meegezogen te worden in dit frame. Het politicologenblog Stuk Rood Vlees liet bijvoorbeeld op basis van kiezersdata zien dat migratie inderdaad een zorg is, ‘maar niet de grootste’. Onderzoekers kunnen wel alle kiezerszorgen los opknippen in meetbare thema’s (zorgen over woonruimte, energie, ruimte, migratie) maar als kiezers hier een onderling verband in zien (zorgen over schaarste, versterkt door bevolkingsgroei via migratie) is het niet heel informatie of ze op te knippen in een Ranking of the Kiezerszorgen.
De grote olifant in het kabinet én de Tweede Kamer heet schaarste. De koek is op, maar niemand wil een kruimel afstaan. Een pijnlijke - maar bij uitstek klassiek politieke - discussie zal moeten worden gevoerd over de verdeling van middelen. En vooral: ten koste waarvan deze mag gaan. Volgens hoogleraar politicologie Tom van der Meer koos Timmermans als oppositieleider ‘als thema niet primair de democratie, goed bestuur of klimaat’ maar zocht hij het conflict op het gebied van ‘economische herverdeling’. Want dat thema ‘verbindt de achterban, maar niet de coalitie’.
En dat is precies het probleem. It’s the economy, stupid.
Eergisteren heeft de staatssecretaris van Financien Folkert Idsinga de TK laten weten dat tot 2029 er geen plaats meer is voor nieuwe beleidsideetjes van het parlement. Daarmee komt hij tegemoet aan een langgekoesterde wens van de Belastingdienst om de TK op slot te doen en de sleutel voor vijf jaar te verstoppen. De wal heeft het schip gekeerd en men kan nu kiezen tussen een volstrekt ontspoorde disfunctionele Belastingdienst en een Belastingdienst die de gelegenheid krijgt om de scherven te lijmen en de interne organisatie inclusief IT op orde te krijgen. Goed bestuur, rechtstatelijkheid, Europese waarden, kortom de bezweringsformules van het establishment schrijven uiteraard het laatste voor. Vergeet niet dat een groot deel van de Nederlandse wetgeving sowieso uit Brussel komt en daarop heeft de Nederlandse regering geen enkele invloed. Het is dus hoe dan ook aanpoten voor de blauwe enveloppe-likkers.
Voor de gewone man die zijn hoogwaardige content van de kwaliteitsmedia betrekt had de staatssecretaris ook slecht nieuws. De BTW-verhoging maakt onderdeel uit van het Belastingplan 2025 en daarover wordt in zijn geheel gestemd. Weliswaar had de Raad van State geheel verrassend ineens geadviseerd dat de verhuizing van Tabel I naar Tabel II een aparte formele wet vereist, maar daar trekken ze zich weinig van aan op Financien. Eerder BTW-verhogingen gingen ook via een Belastingplan. Rechtstatelijk precedent! En als het Belastingplan niet doorgaat, sluit de begroting niet, en komt een gerijlaarsde Ursula op haar nieuwe hobby-pony naar Den Haag om Dickie Dick billenkoek te geven.
We mogen hopen dat wanneer de rust is wedergekeerd op Financien de vele rapporten van de Algemene Rekenkamer weer eens uit de lade worden gehaald en bestudeerd. Al jaren lang concludeert de AR dat 133 fiscale regelingen grotendeels niet doeltreffend en niet doelmatig zijn. Met andere woorden; het is weggegooid geld dat op de verkeerde plaatsen terecht komt. Zo berekende de OECD dat de Nederlandse subsidies op Toyata Priussen de belastingbetaler 6 miljard euro heeft gekocht waarbij het grootste deel van die Priussen in Noorwegen eindigde. Nou is er natuurlijk niets fijner dan gidsland zijn en de internationale rechtsorde bevorderen, maar Noorwegen is niet direct het eerste land waar je aan denkt in deze.
Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker.
Overigens, het grootste probleem van asiel is het gemis van integratie.